Kennisdossier Tijdelijk Gebruik online

Kennisdossier Tijdelijk Gebruik online

Wat doen we in de tussentijd? De economische crisis leidt tot extra leegstand, maar maakt ook veel plannen voor de toekomst onzeker. Is tijdelijk gebruik – ‘in de tussentijd’ – een alternatief? En zoja hoe doe je dat? De tips en tricks uit de praktijk zijn nu te lezen in het Kennisdossier Tijdelijk Gebruik op de site van het Nationaal Programma Herbestemming.

Steeds vaker laten eigenaren het gebouw niet leegstaan, maar kiezen voor zinvol gebruik. Dat is beter voor het gebouw, de eigenaar bespaart kosten [beveiliging en de energierekening wordt door de gebruikers betaald, bijvoorbeeld] en het kan bijdragen aan een betere verstandhouding met de gemeente, handig in de toekomst! Opvallend vaak raken de gebouwen vervolgens snel weer gevuld met kleine bedrijven, zzp-ers, ambachtslieden of kunstenaars en wat grotere bedrijven die zich wel aangetrokken voelen tot die sfeer. Opvallend ook dat de vergoedingen soms niet onderdoen voor reguliere marktprijzen en die soms zelfs evenaren.

De voorbeelden gaan verder dan anti-kraak of ‘leegstandsbeheer’. Dat kenmerkt zich door een minimale bezetting van het gebouw en weinig rechten voor de gebruiker. Voor de Tussentijd moet meer geregeld worden: een deugdelijke planologische titel, veilige ruimtes en heldere afspraken tussen gebouweigenaar, gebruikers en beheerder over het gebruik en de gebruiksperiode. Belangrijk verschil met anti-kraak is ook dat bij tijdelijk gebruik in principe aan alle regelgeving moet worden voldaan!

Kwartiermaken
Een klein aantal pioniers gaat intussen een stap verder. Zij zetten tijdelijk gebruik in als instrument om – in goed Nederlands – kwartier te maken. Op een andere manier ontwikkelen dus. Zij hebben vaak een helder toekomstbeeld maar weten ook dat die toekomst niet kan worden gemaakt, maar – zeker in de huidige tijd – moet ontstaan. De locatie moet vaak op de kaart gezet worden – evenementen! – om een imago of identiteit op te bouwen dat hopelijk grotere groepen gebruikers aantrekt. De voorbeelden van kwartiermaken in het Kennisdossier verschillen nogal. Strijp S gaat met ruim 100.000 m2 en een tijdshorizon van 15 jaar veel verder dan de vijf Kus&Sloopwoningen die gedurende acht maanden in de Rotterdamse Afrikaanderwijk zijn aangeboden.

Interessant zijn de overeenkomsten tussen de projecten. De initiatiefnemers noemen het ‘ontwikkelen van onderop’ en dat gaat over leggen van verbindingen, organiseren van traffic en opbouwen van een ‘community’. Soms per verdieping en soms dus voor een hele wijk. Een opvallende overeenkomst is dat de initiatiefnemers allemaal een voorkeur hebben om direct aan de slag te gaan. Geen masterplan, maar een master met een plan, zoals Ben ten Hove het noemt. Een andere overeenkomst is de sterke focus op HetNieuweWerken en creatieve economie. Kunstenaars – ‘ook erg creatief in de rekening niet betalen’, heb ik een vooraanstaand projectontwikkelaar eens horen zeggen – spelen bij kwartiermakers juist een belangrijke rol: als publiekstrekker, om het bijzondere te benadrukken en soms om echte ‘dwarsdenkers’ te hebben om een probleem eens van een heel andere kant te bekijken.

Het verschil: tijdelijk gebruik onderdeel ontwikkelstrategie of niet?
Het verschil tussen Tussentijd en Kwartiermaken is de ontwikkelstrategie. Tussentijd is tijdelijk, veelal totdat procedures en planvorming zijn doorlopen. Of betere tijden zijn aangebroken. Daarna wordt gesloopt of alsnog herbestemd naar een definitieve functie. Tussentijd doe je niet om tijdelijke gebruikers vast te houden; sterker nog: dat is een mogelijke bedreiging voor de toekomst. De gebruikers hebben vaak geen huurcontract, maar een gebruiksovereenkomst en dus weinig rechten. Overigens is dat niet altijd zo. Trudo in Strijp en het transformatieteam in het Actagebouw werken wel met normale huurovereenkomsten waardoor mensen ook rechtsbescherming genieten. Bedrijven die groeien worden in de tussentijd gevraagd te verkassen.

Kwartiermakers daarentegen doen bijna alles om gebruikers, mensen en organisaties aan zich te binden en ervoor te zorgen dat ze zich ontwikkelen. Dat is goed voor de gebruikers en goed voor de kwartiermakers. De verdienmodellen van kwartiermaken zijn niet alleen gebaseerd op het besparen van kosten zoals de Tussentijdvoorbeelden, maar ook op de ontwikkeling/groei van de gebruikers. Soms direct door omzetafhankelijke huren, soms indirect omdat groeiende bedrijven vaak een beter product – lees opgeknapt gebouw – wensen, hogere huren kunnen betalen en uiteindelijk zelfs zekerheid willen om niet binnen enkele maanden te hoeven verhuizen. En succesvolle bedrijven trekken weer andere bedrijven aan. In kwartiermaken zijn de verdienmodellen gericht op waardeontwikkeling. Het is nieuwe economie in oude gebouwen, Jane Jacbs schreef het precies vijftig jaar geleden.

(meer…)

De tussentijd bruist

De tussentijd bruist

Even een snelle update vanuit de tussentijd. We hebben inmiddels zeker vijftig mensen gesproken die betrokken zijn bij projecten die tijdelijk gebruikt worden. Die als pionier nieuw leven in de brouwerij brengen of als eigenaar het gebouw ter beschikking hebben gesteld. Veel ervaringen mogen optekenen en tips gekregen over nieuwe verdienmodellen. Deze tijd gaat echt over de vraag hoe kosten te besparen en opbrengsten te vergroten. Als er één ding overkomt uit al die gesprekken, is dat de energie en het enthousiasme waarmee deze pioniers aan hun projecten werken. Enthousiasme dat in reguliere werkomgevingen nogal eens gemist wordt. Zoals bijvoorbeeld deze gebruikers van Lois die kleding ontwerpen dat elders in de wereld gemaakt wordt. Pionieren is hard werken en overwinnen van obstakels, maar vooral een enorme beloning als het lukt iets van de grond te krijgen. En inspirerend is het ook: elke nieuwe huurder die zich aandient, opent weer nieuwe mogelijkheden. Zoals ik deze week hoorde van de mensen van Strijp: een groep skaters zocht een plek in de stad. Die soort – beoefenaars van urban sports – bleek veel groter en diverser dan ze gedacht hadden. En bovendien te verleiden naar Strijp te komen.

27 januari 2011: Actualiteitscongres Tijdelijk wonen in leegstaande gebouwen

27 januari 2011: Actualiteitscongres Tijdelijk wonen in leegstaande gebouwen

Middagcongres
Inhakend op de nieuwe wet Kraken en leegstand organiseerde transformatieteam een informatief Actualiteitscongres over tijdelijk wonen en gebruiken van leegstaande gebouw in het leegstaande Actagebouw in Amsterdam voor 150 deelnemers. Sprekers waren o.a. Frank Strolenberg, Duco Stadig, Jeroen Singelenberg en Jean Baptiste Benraad.

Partners
transformatieteam in samenwerking met de Alliantie, SEV, Nationaal Programma Herbestemming, VNG en gemeente Amsterdam.

Wat doen we in de tussentijd?

Wat doen we in de tussentijd?

Leegstaande gebouwen worden steeds vaker tijdelijk in gebruik genomen. Soms voor de ‘tussentijd’, in afwachting van betere tijden of definitieve plannen, en soms met het doel om vanuit het bestaande gebouw nieuwe initiatieven te ontplooien en verdienmodellen te vinden. Samen met het Nationaal Programma Herbestemming gaan we op zoeken naar nieuwe verdienmodellen, knelpunten in regelgeving, kennis die nodig is maar nog niemand heeft en handige tips voor mensen die het ook overwegen. We gaan eerst ons licht opsteken bij de initiatiefnemers van de vele tientallen tijdelijke projecten. Voor de zomer hopen we u te informeren wat we gevonden hebben. Ideeen en suggesties voor projecten waar we ons licht kunnen opsteken welkom via de placemate die we voor het congres vandaag maakten.

Dossier tijdelijk gebruik op kennisbank

Dossier tijdelijk gebruik op kennisbank

Voor het Nationaal Programma Herbestemming (uitgevoerd door RCE) stelden we in 2010 – 2011 het dossier tijdelijk gebruik leegstaande gebouwen samen op basis van projecten in de praktijk. Met veel projecten en praktijktips. Het kennisdossier werd eerder gepubliceerd op de kennis- en projectenbank van het Nationaal Programma Herbestemming dat inmiddels wordt gehost door het Restauratiefonds. Klik hier en u zit er middenin.